Coloos... Kolossen uit Spanje??
Heel lang geleden kwamen twee ‘tres grand seigneurs‘ uit Spanje en zij gingen wonen op het dorpsplein in Esquelbecq (Frankrijk). Zij trouwden met vrouwen uit het dorp en zij en hun kinderen werden door de mensen aangesproken met Colosse. Later werd dat Coloos. Het kan waar zijn en het kan niet waar zijn, maar dit wordt al generaties lang in onze familie verteld.
Zo, nu wist ik het. Ik, die als schooljongen zeer klein en tenger was, behoorde uiteindelijk toch tot een geslacht van kolossale mensen.
Het verhaal hierboven werd mij verteld door Gerard Coloos, menuis charpent(timmerman-schrijnwerker) zoals op het bordje aan de gevel van zijn huis stond vermeld. In de deuropening van zijn huisje vertelde Gerard Coloos zijn verhaal aan ons. Voornamelijk in de Franse taal met een paar woorden Vlaams erdoor. Hij woonde aan de rue de Wormhout in Esquelbecq in het ook nu nog armoedige, uiterste noordwesten van Frankrijk. Toen het nog Vlaams was noemde men het Ekelsbeke.
Deze Gerard Coloos vertelde ons verder nog, dat de meeste Coloos-en uit Esquelbecq kwamen, maar tegenwoordig woonden er zoveel niet meer. Op het kerkhof, dat wij later bezochten, kwamen we inderdaad deze naam veel tegen.
Hoe kwam ik nou in Noord Frankrijk terecht...
In het gemeente-archief van Leiden doorzocht ik het alfabetisch gerangschikte bruidenboek van de Nederlands Hervormde kerk. Daar vond ik een Marijtgen Coloos die haar huwelijk liet aantekenen met Passchier Sijs op 14 september 1596 !!!
In hetzelfde bruidenboek staat nog een aantekening over Marijtgen. Gedateerd: 5 april 1619.
Mathijs Vloeberck cleermaecker van Antwerpen weduenaer van Maycken Baldewijns vergeselt met Kaerl Anthonis zijn bekende. Met Maycken Pieters Coolloos van Arnick in Vlaenderen wedue van Passchier Sijs vergeselt met Lijsbethgen Ghijsberts haar bekende.
Waarom trouwde zij voor de hervormde kerk?
Een eeuw na de Beeldenstorm tot ongeveer 1675 was de katholieke kerk in Nederland een verboden en vervolgde kerk. (Onze Lieve Heer op zolder enzo.) De hervormde kerk was de officiële kerk en om het huwelijk geldig te registreren moest dat óf voor Schout en Schepenen óf ten overstaan van de hervormde kerk. Maycken hoeft dus niet persé protestant te zijn geweest. Het is zelfs weinig waarschijnlijk.
Bij de Volkstelling van 1622 woonde Marijtje en Mathijs in de buurt die onder het Zuid RapenBurg viel: GAL ZRB 7v. Op blz. 22 onderaan staat:
Micheel Andreesse leijdecker
Lijsbet Ghijsberts zijn vrouwe
Ghijsbert Michaelsen
Gooltgen
Aeltgen
Andrees
Aechjen en
Maritje Micheels kinderen.
Onder de streep:
Op den voorcamer
Mathijs Flouberch cleermaecker
Marytge Colaers zijn vrouw.
Zij bewoonden de voorkamer bij het gezin van Micheel Andreesse die lijdekker was. Samen met zijn vrouw Lijsbet Ghijsberts en hun 6 kinderen. Lijsbet Ghijsberts was ook getuige van Marijtje bij de huwelijksaantekening in 1619. Zij was dus Marijtjes kostvrouw.
We kunnen nu al een aantal gevolgtrekkingen maken:
- Marijtje Coloos is dezelfde als Maycken Coolloos en Marijtge Colaers.
- Coolloos is de eerste verbastering van Coloos (er zullen er nog vele volgen!)
- Marijtjes vaders naam was PIETER COLOOS.
- Zij was afkomstig uit Arneke in het Noordwesten van Frankrijk dat behoorde tot de omgeving van Kassel (tegenwoordig Cassel).
- Marijtje heeft minstens drie echtgenoten gehad t.w. Engel Stevens, Passchier Sijs en Mathijs Vloeberck.
Van haar eerste echtegenoot is verder niets bekend.
Van Passchier Sijs weten we dat hij weduwnaar was en in Leiderdorp woonde. Hij kwam uit Isegem in Vlaenderen (tegenwoordig Izegem ong. 10 km ten noorden van Kortrijk).
Mathijs was ook weduwnaar en wel van Maycken Baldewijns. Hij was kleermaker van beroep en kwam uit Antwerpen. - In 1622 werden er geen kinderen vermeld van Marijtje en/of Mathijs.
... Het is al vele jaren later als ik in Leiden de volgende begraafaantekening vind:
Op drie oktober 1644 werd begraven Maeycken Koolus wonende in de Kijfhouck.
Tekst:
Ste (= Sinte) Pieters Kercke den 2 October 1644
1. Een kint van Cornelis Michielse steenplaats. Den 3 October
2. Een kint van Bouwen Cornelise op de croeteis(?)grach
3. Een kint van Dirrick Plas op de groenehasegrach
4. Een kint van Heijnderick Jansen op de houtmart
5. Maeycken Koolus in de Kijfhouck
Deze aantekening zou Marijtje kunnen betreffen. Als we er van uitgaan, dat dit juist is, kan er een schatting van haar leeftijd gemaakt worden:
Tussen haar tweede huwelijk (1596) en haar overlijden (1644) zit 49 jaar!
Hieruit volgt dat haar eerste huwelijk normaal gesproken niet lang geduurd kan hebben. Of Maaike moet onwaarschijnlijk oud zijn geworden. Laten we het er op houden, dat zij haar tweede huwelijk sloot tussen haar 20e en 25e jaar. Dan is zij tussen de 70 en 75 jaar oud geworden, een zeer respectabele leeftijd in die tijd. Zij zou dan geboren zijn tussen 1570 en 1575 in Arneke of omgeving.
Wanneer kwam Marijtje Coloos van Arneke naar Leiden?
Laten we er van uitgaan dat de eerste Coloos-en inderdaad Spanjaarden waren.
Hoe zouden deze mensen dan in Vlaanderen terecht gekomen kunnen zijn?
Vlaanderen was tot de beeldenstorm een belangrijk centrum voor de textielindustrie. De grondstof hiervoor is wol. Dit werd o.a. aangevoerd van de Spaanse hoogvlakten ten noorden van Madrid. Er moet daarom zoiets als een wolroute Spanje-Vlaanderen zijn geweest.
Onze verre voorouders zouden karavaanmensen kunnen zijn geweest. Die van één van hun reizen niet meer terugkeerden naar Spanje. Maar zich vestigden op het dorpsplein in Schellebeke en ongetwijfeld hun boterham in de textiel zullen hebben verdiend.
Dit alles is een redelijke mogelijkheid, maar ook niet meer dan dat. Er is niets bewezen.
Dan de vraag waarom Vlamingen aan het eind van de 16e eeuw naar Leiden trokken.
In 1566 was de Beeldenstorm. Deze gebeurtenis markeert een korte periode waarin een eind kwam aan Vlaanderen als het textielcentrum van Europa.
In een boekje over de Beeldenstorm las ik: ‘Politieke en godsdienstige troebelen in Vlaanderen maakten een eind aan Hondschoote als speciale vervaardigster van saaien‘. In juli 1582 werd de stad door soldaten van Anjou in brand gestoken en geplunderd. Daarop volgde een uittocht van de bevolking: eerst naar Nieuwpoort, kort daarop naar Engeland, Holland en Duitsland.
In 1582 had Leiden te maken met een Vlaamse invasie.
Van deze tijd zijn er z.g. poortersboeken. Poorters waren de burgers binnen een stadspoort die bescherming binnen deze poorten genoten en daar ook voor moesten betalen. Een soort gegoede burgers kan men zeggen. Ook zijn er te Leiden gegevens over nieuw ingekomen poorters uit Vlaanderen, die met aantallen en plaatsen van herkomst genoemd staan.
- In deze poortersboeken komt de naam Coloos niet voor.
- Er is ook een Armenrapport uit 1577: geen Coloos.
- Een volkstelling (zeer nauwkeurig!) in 1581 te Leiden gehouden levert ook geen Coloos op.
- Een keurboek uit 1583 bevattende een lijst aangaande de rijken en de armen in elk gebuurte der stad Leiden (folio 348): geen Coloos.
Conclusie: Marijtje Coloos (niet opgenomen in de stamboom Coloos) is dus naar Leiden gekomen na de grote Vlaamse invasie van 1582, maar voor haar tweede huwelijk in september 1596.